Browsing Category

Blogs

Blogs

Wc-deurpoëzie

Blogger Sarah-Jayne Nogarede voor Het Leids Kwartiertje juni 2013

Blogpost als vaste blogger voor Het Leids Kwartiertje – Masterblog van de Universiteit Leiden. 

Wc-deurpoëzie

Fantaseren over je professor, we hebben het allemaal wel eens gedaan. Niet liegen, je weet dat het waar is. Het is ook helemaal niet raar. Macht is erotiserend, net als kennis (nou ja, in sommige gevallen dan). En soms zijn docenten simpelweg buitengewoon fijn om naar te kijken. Zoals ik zei, niets raars aan.

Raar begint het pas te worden als je de neiging voelt om van die fantasieën tot in detail verslag te doen op, zeg, de wc-deur van het Lipsius. Helaas zijn een paar weken terug de wc-deuren in het Lip schoongemaakt, en is ook de desbetreffende tekst verdwenen. Het kwam er in elk geval op neer dat de schrijfster nachtenlang wakker lag van de gedachte aan seks met haar professor, op een heleboel verschillende manieren.

Het stond er nogal pocherig, alsof het heel wat was, dat ze zulke gedachten had. En er ook nog zo open over durfde te zijn. Ik vraag me dan meteen af wat voor een soort persoon dat is, die met een zwarte viltstift bewapend naar de wc gaat, puur om daar op te scheppen over wilde seks die zeer waarschijnlijk nooit plaats zal hebben. Fascinerend.

Minstens zo interessant vind ik de volgende foto van een wc-deur in de Bad Habits. Genomen door mijn broertje trouwens, omdat ik zelf niets bij me had om een foto te maken. Hij vond vooral de vibratormachine op de achtergrond erg interessant. Arme mannen, die moeten het blijkbaar al jaren stellen zonder vibratordispensers op hun wc’s.

Goed. Norbert was hier dus. In een vrouwentoilet. Duidelijk zonder vrouw, want als hij echt seks had, had hij helemaal geen tijd gehad om zijn naam achter te laten. Met een mes ingekerfd hè, dat duurt wel even. Ik zie hem al helemaal zitten op die wc-bril. Broek gewoon omhoog, mouwen opgerold. Enorm geconcentreerd op zijn mes waarmee hij voorzichtig lange halen maakt in de deur. Af en toe trots opkijkend om zijn werk vanaf een afstandje te bewonderen. Je gunt het hem gewoon bijna dat er de volgende keer wel een leuk meisje mee gaat.

Echt leuk worden wc-deurteksten trouwens pas als mensen op elkaar gaan reageren. Mijn favoriet is een relaas in drie delen op een wc in de UB. Hoe vaak ik hem ook zie, ik blijf er hardop om lachen. Een eerste meisje (heeft haar oude vriendje net in haar buurt extra luid lopen opscheppen over een nieuwe verovering?) vraagt of ze iemand kan inhuren om haar ex te vermoorden. Een tweede persoon had blijkbaar een relatie met een psychopaat: haar ex doet het gratis. Het derde meisje had echter duidelijk de naarste break up. Haar reactie? ‘Mijn ex doet iedereen…’

Blogs

Soundtrack

Blogger Sarah-Jayne Nogarede voor Het Leids Kwartiertje - mei 2013

Blogpost als vaste blogger voor Het Leids Kwartiertje – Masterblog van de Universiteit Leiden. 

Soundtrack

De schemer valt als we de loopbrug betreden. Boven ons worden de eerste sterren langzaam zichtbaar in de steeds donker wordende lucht. Voorzichtig banen we ons een weg tussen de vleesetende planten, als we ineens een bekende melodie horen. In de diepte onder ons heeft een strijkkwartet de begintune van Game of Thrones ingezet.

Het is Museumnacht in Leiden, en mijn moeder (mijn date voor de avond) en ik bevinden ons als enige in de nok van de grote kas van de Hortus als de strijkers aan hun optreden beginnen. Nou was het moment daar bovenin de kas tussen alle enorme planten en de sterren op zich al best bijzonder, maar met die muziek erbij? Best wel episch. En weet je, het leven is bij lange na niet episch genoeg.

Veel meer momenten zouden voorzien moeten worden van muziek. Dat je een zaal vol mensen binnen kan lopen op George zijn ultieme strut-your-stuff nummer Too Funky, of je enorm onredelijke baas glimlachend te woord kan staan terwijl Fuck You klinkt. In depressievere periodes kan je pas echt lekker zwelgen als deze op repeat staat, terwijl je dag juist wel fantastisch moet worden als bij het wakker worden Graffiti6 wordt ingestart.

Helaas moet ik na een heerlijk weekend vol leuke dingen waar ik eigenlijk geen tijd voor had nu weer terugkeren naar de redenen van mijn blogstilte de afgelopen weken. Het vanuit Leiden opzetten van een groot project aan de andere kant van de wereld. Het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek naar tentoonstelling van een aantal Romeinse schepen hier in Nederland. Het schrijven van essays en rapporten. Vier verschillende baantjes om de huur te kunnen betalen én af en toe te kunnen eten. Een project om de stad te vergroenen en verduurzamen. Het opstellen van een workshop proposal voor een belangrijke conferentie. Vergaderingen, vergaderingen, vergaderingen. Oh ja, en mijn scriptie natuurlijk.

Zodra het allemaal weer iets rustiger is, wordt het misschien tijd voor een korte cursus ‘Zeg vaker NEE’, of ‘Realistisch Plannen voor Dummies’. Voorlopig is het echter vooral nog even keihard aanpoten. Af en toe wilde ik dat wat Alice Cooper hier zingt voor mij alvast waar was. Maar de beste muzikale omlijsting voor vandaag? Dat is natuurlijk Manic Monday.

Blogs

BSA in het tweede jaar

Blogger Sarah-Jayne Nogarede voor Het Leids Kwartiertje - maart 2013

Blogpost als vaste blogger voor Het Leids Kwartiertje – Masterblog van de Universiteit Leiden. 

BSA in het tweede jaar

Goed idee, BSA in het tweede jaar? Natuurlijk niet. Dat hoef je studenten niet te vragen. Volgens vicerector Simone Buitendijk gaan wij, nadat we de benodigde punten uit het eerste jaar hebben behaald, langzamer werken. Dat ze vindt ze jammer, omdat ‘studenten door de vertraging die ze zo oplopen later geen tijd meer hebben voor extra activiteiten zoals bestuurswerk, studie in het buitenland of verdiepend onderwijs’.

Tijdens mijn tweede jaar was ik al lang druk bezig met bestuurswerk. In een van de tentamenweken had ik een hele hoop tentamens, waarvan nog twee voor propedeusevakken. Natuurlijk had ik ze makkelijk allemaal kunnen halen, maar dat deed ik niet. Ik moest die propedeusevakken afronden, dus dat waren de enige waarvoor ik leerde. Met als gevolg dat ik al die tweedejaarsvakken in het derde jaar opnieuw moest volgen, tijdens de herkansingen zat ik namelijk al in het buitenland voor een (verplichte) stage.

Ik begrijp op zich het idee achter de BSA, en dan met name in het eerste jaar. Het is niet verkeerd om verse studenten eraan te herinneren dat studeren meer is dan feesten en zuipen. De meesten van ons kwamen misschien nog wel met enige regelmaat opdagen voor de hoorcolleges, maar verlieten die ook net zo snel tijdens de pauzes zodra het college ook maar enigszins saai was. En iedereen weet, tijdens je propedeuse heb je je door heel wat saaie colleges heen te worstelen. Om er vervolgens een week voor het tentamen achter te komen dat je drie boeken voor een vak moet lezen, terwijl je ook vijf andere tentamens hebt. Dan wil het gebeuren dat je er een paar niet haalt.

De BSA is dan ook niet meer dan symptoombestrijding, zonder dat het echte probleem wordt aangepakt. Waarom lukt het me in mijn Master om elke week voor al mijn vakken een groot aantal artikelen te lezen, kritische beschouwingen te schrijven en intelligente vragen te stellen tijdens discussies, terwijl het halen van een doodsimpel propedeusevakje een probleem was? Niet omdat ik nu meer tijd heb. Door het wegvallen van mijn lening en ov-kaart moet ik naast mijn studie ook nog vier baantjes zien te balanceren, dus dat is het punt niet.

Het probleem is juist dát propedeusevakken zo doodsimpel zijn. Als je niet gestimuleerd wordt om iets te doen, doe je ook niets. Het is zo zonde dat je pas in je master, of derde jaar als je geluk hebt, wordt uitgedaagd om écht over dingen na te denken en de stof in te duiken. We zijn niet dom, we willen graag leren. Maar in die eerste jaren hebben we daar een beetje hulp bij nodig. Maak colleges interessanter, moeilijker. Geef ons iets om onze tanden in te zetten. Dan zijn we vast binnen vier jaar Masters in ons vakgebied. Te hoog gegrepen? Dan hoorden we misschien überhaupt niet thuis aan de universiteit.

Blogs

Mannen in catsuits

Blogger Sarah-Jayne Nogarede voor Het Leids Kwartiertje mrt 2013

Blogpost als vaste blogger voor Het Leids Kwartiertje – Masterblog van de Universiteit Leiden. 

Mannen in catsuits

Ik ben Sarah-Jayne, en ik ben verslaafd. Aan langharig muzikantentuig. Glamrockers in catsuits of leren broeken met zeer strategisch geplaatste vetersluitingen: dweil mij maar op. Ik keek vroeger uren naar de clips van Bon Jovi en Aerosmith op MTV (voor ze daar begonnen met 24-uursregistraties van huizen vol halfnaakte, iets te dikke vrouwen en mannen met lichamen als opgefokte stieren en een aversie tegen bovenkleding).

In de bibliotheek las ik stiekem de biografieën van Mötley Crüe en Guns n’ Roses. Wist je dat die laatste band regelmatig ‘vergaderde’ in hun stamkroeg, waarbij ze dan elk minimaal één vrouw tot hun beschikking hadden die hen op de knieën van onder de tafel, euh, bediende? Het was een wereld die mijn Almelose scholierenhersens amper konden bevatten, en die mateloos interesseerde.

Helaas waren de bands die ik zo aanbad al lang over hun hoogtepunt heen. Uit elkaar, gewoon oud of – letterlijk – hun wilde haren kwijt. Tot daar tien jaar geleden The Darkness was. Met frontman Justin Hawkins die pertinent rondliep in tijgercatsuits met staart, en die immens hoge noten al gillend perfect haalde. En dan was er nog die clip met ruimteschepen. Ik was verkocht, en zo ook mijn mannelijke vrienden.

Het was het eerste concert waar ik ooit naartoe ben geweest, en ook mijn eerste keer in Leiden, waar we na het optreden bij iemands zus bleven slapen. Van de avond zelf herinner ik me vooral dat we helemaal vooraan stonden, dat er flink gebeukt werd, en dat er een hele grote en ruige man naast mij stond die alle andere beukende mannen van mij wegduwde. En dat Justin Hawkins de zaal in liep en ik hem aanraakte. Totale euforie.

De band bracht nog een kerstnummer uit, en verdween daarna in de vergetelheid. Vorige week was ik echter ’s ochtend druk bezig mails te beantwoorden toen ik op de radio de dj ineens hoorde zeggen: ‘Er zijn vanavond zoveel goede optredens en jij gaat naar The Darkness?!’ Mijn vingers zweefden boven het toetsenbord. Hoezo waren die gasten uit de rehab, nog niet dood, en weer bij elkaar?

Snel zette ik het op facebook, en niet veel later smste een vriend van vroeger. Hij kocht tien jaar geleden wel een kaartje, maar mocht niet mee vanwege Pfeiffer. Dit keer kocht ik de kaartjes, printte hij ze uit en troffen we elkaar in Amsterdam om onze jeugdfantasieën te (her)beleven. Op een lege maag, want voor eten was tussen de colleges en het douchen (ik) en een lange advocatenwerkdag (hij) door geen tijd. Extra rock ‘n’ roll.

Justin had ineens een baard en heel veel extra tatoeages, maar nog altijd een catsuit en dezelfde energie. Het was simpelweg geniaal. De moraal van dit verhaal? Als ik nog in Almelo of Groningen (waar ik ook studeerde) woonde, had ik nooit last-minute The Darkness kunnen zien. Wonen in Leiden is geweldig. En glamrockers zijn nog veel geweldiger.

Blogs

A tale of two cities (en een knappe student)

Blogger Sarah-Jayne Nogarede voor Het Leids Kwartiertje - februari 2013

Blogpost als vaste blogger voor Het Leids Kwartiertje – Masterblog van de Universiteit Leiden. 

A tale of two cities (en een knappe student)

‘En dan hebben we hier onze referentiecollectie. Om die bij elkaar te krijgen heb ik de afgelopen decennia overal ter wereld obscure familiezaakjes afgestruind. Net op tijd ook, zelfs aan de randen van de beschaving worden die tegenwoordig steeds vaker vervangen door grote supermarktketens.’ Haast verliefd keek hij neer op de vele buisjes en laatjes, tot de rand toe gevuld met zaden in alle mogelijk denkbare vormen en maten.

Het was jaren geleden, en ik was op een open dag van Archeologie in Groningen. Een van de docenten daar vertelde ons over de wondere wereld van de pollen en zaden, een belangrijke onderzoeksrichting binnen de archeologie. Zijn enthousiasme werkte aanstekelijk, en ook de zeer aantrekkelijke en zongebruinde (want net terug uit Egypte) studentassistent liet mij bepaald niet ongevoelig.

Samen bekeken we wat zaden onder de microscoop, en geduldig legde de student mij uit hoe ik de subtiele verschillen kon herkennen. Ik wist het zeker: met hem wilde ik de rest van mijn leven achter de microscoop zitten en de randen van de beschaving aflopen. Pas toen ik ’s avonds na een lange treinrit bijna thuis was kwam ik langzaam weer bij zinnen. No way dat ik me de rest van mijn leven bezig wilde houden met zaadjes, hoe knap die student ook was. Uiteindelijk ging ik archeologie studeren in Leiden, en aan Groningen dacht ik nooit meer terug.

Tot vorige week. Het was het eerste college van Environmental History of the Near East, en daar stond hij: de enthousiaste docent voor wie ik bijna naar Groningen was gegaan. Weer was het ontzettend leuk en interessant, daar had hij die mooie student helemaal niet voor nodig. Na afloop vertelde ik het hele verhaal aan wat PhD’ers, van wie er een in Groningen had gestudeerd. ‘Dat was een jaargenoot van mij, die student! Dat je zijn naam nog weet joh.’ ‘Ik heb wel eens met hem opgegraven,’ voegde een ander toe. ‘Wat een eikel was dat!’ De eerste weer: ‘En wist je dat hij tegenwoordig een kind heeft?’

Het was duidelijk een goede keuze om niet voor die knappe student naar Groningen te gaan. Dan had ik nu al die jaren alleen achter een microscoop had gezeten om onderzoek te doen naar pollen en zaadjes. Ik moet er niet aan denken. Maar nu moet ik rennen. Ik heb college, en wil er geen seconde van missen. Het gaat over zaden.

Blogs

Borrelen

Blogger Sarah-Jayne Nogarede voor Het Leids Kwartiertje - jan 2013

Blogpost als vaste blogger voor Het Leids Kwartiertje – Masterblog van de Universiteit Leiden.

Borrelen

Soms voel ik me te oud voor Leiden. Ik heb langer over mijn bachelor gedaan dan de officiële drie jaar, en de meeste mensen die een belangrijk deel van mijn leven hier waren zijn inmiddels vertrokken. Ik woon nog altijd samen met mijn beste vriendinnetje, maar toch. Tot nu toe is de master vooral more work, less play. Gelukkig zijn er af en toe ook dingen waarbij je nuttig bezig kunt zijn zónder achter je computer stapels artikelen door te werken en ellenlange essays te hoeven schrijven.

Vorige week was ik bij een ‘veldwerkbijeenkomst over Nederlandse projecten in het Middellandse Zeegebied en Nabije Oosten’. Het kwam erop neer dat verschillende interessante sprekers hun recent in het Midden Oosten, Italië of Griekenland uitgevoerde onderzoek presenteerden. Hartstikke leuk om op de hoogte te blijven van wat er precies gaande is in mijn onderzoeksgebied. Veel belangrijker nog tijdens dit soort symposia zijn natuurlijk de vele pauzes, en vooral: de borrel.

Onderschat nooit het belang van het praatje. Je gezicht laten zien, even laten merken dat je hebt opgelet, en daarna je eigen belangen behartigen. Contacten warm houden (‘Lang niet gezien! Hoe staat het met je PhD?’), laten zien dat je goed bezig bent (‘Dat symposium dat ik zelf organiseer, wat denkt u van dit idee?’), en ook oogsten. Zo werd ik bijvoorbeeld gevraagd om binnenkort wat dingetjes te schrijven. Bedenk wel dat borrels altijd rond etenstijd plaatsvinden, maar vóórdat mensen daadwerkelijk hebben gegeten. Voor schaamteloze zelfpromotie moet je dus een beetje haast maken.

Na drie kwartier begint de drank goed te werken, en wordt het tijd voor de echt gezellige dingen. Naborrelen bijvoorbeeld. Samen met een oude en een nieuwe bekende toog ik naar een nabij gelegen kroeg, waar we nog heel wat uurtjes verhalen hebben opgehaald. Toen ik vervolgens in mijn eentje naar huis liep, me bedenkend dat het uiteindelijk een prima dag was geworden, bevond ik me ineens middenin een groep mannen die bij Heineken werkten.

Dankzij de behoorlijke hoeveelheden drank en het overgeslagen avondeten waren zij al snel mijn nieuwe beste vrienden. We dansten en sjansten, en zo was het weer heel wat later dat ik de Mas y Mas uit, en mijn bed in strompelde. Mijn wekker ging vroeg. Ik had een lange werkdag voor me. Het sneeuwde, fysiek was ik een wrak, en het maakte me helemaal niets uit. Ik had net ondervonden dat ik nog lang niet te oud ben voor Leiden.

Blogs

Indiana Jones en de archeologie

Blogger Sarah-Jayne Nogarede voor Het Leids Kwartiertje - jan 2013

Blogpost als vaste blogger voor Het Leids Kwartiertje – Masterblog van de Universiteit Leiden. 

Indiana Jones en de archeologie

Archeologie van het Midden Oosten, dat is hoe ik mijn studie omschrijf als me ernaar gevraagd wordt. Tenminste, wanneer het een leek is die de vraag stelt. Nooit tegen een andere archeoloog. Echte archeologen spreken alleen van het Midden Oosten wanneer het gaat over de Arabische Lente. En dan slechts om het voor andere mensen begrijpelijk te houden. Voor ons zal de regio altijd het Nabije Oosten blijven, geheel in stijl van de gentleman archaeology van de beginjaren van de vorige eeuw.

Geen idee wat er precies achter zit, maar ik gok dat het van doen heeft met een hang naar het verleden. We houden ervan met een passie die grenst aan het obsessieve. Niet alleen van de prehistorie, maar ook de begindagen van de professionele archeologie. Geleerde mannen in strak gesteven pakken en belezen avonturiers die de woestijn doortrokken op zoek naar plaatsen uit de Bijbel, onderwijl dinerend met prinsen en stamhoofden, en als spion voor het thuisland de minder bekende regio’s in kaart brengend. Beter dan dat wordt het niet.

Wat ze toen nog niet hadden zijn de strenge eisen waaraan wetenschappelijk archeologisch onderzoek tegenwoordig moet voldoen. Op zoek naar grootse tempels en goudvondsten zijn heel wat sites grotendeels geruïneerd. Misschien geldt daarom dat hoe serieuzer de archeoloog, hoe meer hij zich publiekelijk tegen die vroege archeologie afzet. Tijdens colleges wordt gehamerd op het belang van goede documentatie, en de eerste afbeelding die je als student te zien krijgt is er een van Indiana Jones met een groot rood kruis. Dit is wat we niet doen.

Onzin natuurlijk. In ons hart zijn we allemaal schatgravers die Indiana Jones willen zijn. Het beste dat een docent kan bereiken, is dat hij onze definitie van ‘schat’ verandert. Hopelijk vinden we aan het eind van onze studie ook een huisplattegrond of een werktuigje van bot een schat. Maar zelfs dan blijven we op zoek naar het mooiste exemplaar, of de oudste site. We willen beter zijn dan anderen, ons blijven distantiëren van de rest.

‘Nabije Oosten’ is daar een mooi handvat voor. Zij die begrijpen waar we het over hebben zijn onze vrienden, horen bij onze kleine elitegroep. De anderen, die vormen de rest.

Blogs

Palestijnse Westbank: spookverhalen en bezetting

Sarah-Jayne Nogarede voor Unews

Blog over deelname aan het Tell Balata Archaeological Park project in Palestina op het studentennieuwsportal van de Universiteit Leiden.

Drie weken is het project nu bezig. We hebben een vaste Palestijnse archeologe die met ons samenwerkt om de verhalen van de bevolking te verzamelen. Daardoor hebben we al veel mensen kunnen spreken. De gekste dingen hebben we gehoord.

Bezet gebied

De oude bewoners van de heuvel zouden de Grieken nog geholpen hebben bij het organiseren van de Olympiaden en het schrijven van de toneelstukken. En de ruïnes op de Tell zijn ontstaan doordat Allah het slechte gedrag van de mensen zat was en de bergen aan weerszijden bovenop de stad liet instorten. Ook schijn je de heuvel op donderdagnacht beter links te kunnen laten liggen. De vrouw die er door haar broer levend werd begraven herbeleeft dan haar martelingen en de geluiden zijn ijzingwekkend.

IJzingwekkend

Indrukwekkender nog dan de verhalen waar we actief naar op zoek gaan, zijn de verhalen die we terloops te horen krijgen. We werken intensief met Palestijnen samen, delen een huis met ze en spreken dagelijks een heleboel lokale mensen. Het kan niet anders dan dat je mensen en hun levenswijze zo leert kennen. Je kan er hier niet onderuit dat je in bezet gebied bent, maar aan de mensen zal je het niet merken.

Israëlische checkpoints

We hebben één dag weekend, de vrijdag, en voor de meeste Palestijnen uit het team is dit te kort om hun families te bezoeken, ook al zijn de afstanden niet groot. Sufyan woont in Hebron, vanuit Nablus een stukje van niets, maar door de vele Israëlische checkpoints wordt de rit zo lang dat het de moeite niet waard is. ‘Maalesh,’ zegt hij erover, zijn schouders ophalend. ‘Wat doe je eraan?’ De Palestijnse architecte die meewerkte heeft net haar relatie na tien jaar verbroken. Ze leerden elkaar kennen tijdens een studiejaar in Griekenland, maar hij woont in Jeruzalem en zij in Bethlehem. Zij kreeg geen vergunning voor Jeruzalem, hij niet voor de rest van de West Bank, en naar het buitenland wilde hij niet. ‘Que sera,’ meent ze. Een uitdrukking die ze vaak gebruikt.

Hello! Smell the jasmine and taste the olives. Welcome to Palestine!

Dit welkomstsmsje zegt eigenlijk genoeg. Ondanks alles blijven de mensen hier lachen en dansen, en vooral: ons uitnodigen voor thee en koffie. Waar we ook komen, iedereen wil dat we meegaan naar huis, en iedereen wil met ons praten. Niet iedereen vindt het fijn als we de gesprekken opnemen, omdat die opnamen in Israëlische handen zouden kunnen vallen, maar allemaal willen ze hun verhaal kwijt. Iedereen vertelt hoe blij ze zijn dat we komen helpen, maar wij vinden het juist geweldig om hier te zijn. Het land is zo mooi, en de mensen zó aardig en gastvrij.

Blogs

Onderzoek op de Palestijnse Westbank

Sarah-Jayne Nogarede voor Unews

Blog over deelname aan het Tell Balata Archaeological Park project in Palestina op het studentennieuwsportal van de Universiteit Leiden. 

Palestina. Een plek waar je misschien niet meteen aan denkt als je een stageplaats zoekt, maar hier ben ik dan. Middenin de bezette West Bank ligt Nablus. Deze stad zal ik de komende weken mijn thuis noemen. Dit betekent dat ik de komende tijd heel veel contact zal hebben met de bevolking hier.

Tell Balata, archeologische site

Vlakbij Nablus ligt Tell Balata, een archeologische site die gelinkt wordt aan de Bijbelse stad Shechem. En omdat ik al jarenlang Archeologie van het Nabije Oosten studeer is dit natuurlijk een fantastische plek voor een stage. Ik heb al archeologische ervaring opgedaan in Syrië, maar omdat ik me straks tijdens mijn master wil specialiseren in de erfgoedkant van archeologie, heb ik me voor dit project aangesloten bij het zogenaamde Heritage Managementteam.

Toeristische trekpleister

Het Tell Balata Archaeological Park project richt zich erop om van de opgraving een toeristische trekpleister te maken, en zo een economische impuls te geven aan een regio waar dat hard nodig is. Mijn taak hier is het om de gevoelens en ideeën van de bevolking over dit project te documenteren, maar ook om hun verhalen omtrent de Tell zelf te achterhalen. Op deze manier proberen we ervoor te zorgen dat de mensen hier in de buurt niet alleen begrijpen wat er nu op ‘hun’ Tell gebeurt, maar ook dat ze betrokken raken bij wat we doen. Zo zal, wanneer het project in 2012 eindigt, alles waar we gezamenlijk aan zijn begonnen door de Palestijnen zelfstandig kunnen worden voortgezet.

Gewapend verhoor

Het is inmiddels amper twee weken geleden dat ik in Tel Aviv landde, maar ik heb al heel wat meegemaakt hier. Meteen bij aankomst werd ik middenin de nacht in een apart hokje door gewapende militairen ondervraagd over het doel van mijn reis. Israeli’s houden er niet van als je naar de West Bank wilt. En als je dan ook nog eens Syrische werkvisa in je paspoort hebt staan zijn de rapen gaar. Gelukkig mocht ik uiteindelijk het land in. Een paar dagen acclimatiseren in Jeruzalem en een aantal checkpoints later arriveerde ik eindelijk in Palestina.

Als een speer

Wat betreft het project zitten we nog in de opstartfase, maar het contact met de lokale bevolking gaat als een speer. De afgelopen dagen heb ik al een heleboel nieuwe Arabische woorden geleerd, onbekende gerechten gegeten, met handen en voeten in gebarentaal gecommuniceerd met de dove jongen in het huis, de traditionele ‘dabke’ gedanst op de binnenplaats tijdens een spontaan feestje, en ik ben zelfs op de speciale vrouwenavond van een Palestijnse bruiloft geweest.

Ik kan niet wachten om te zien wat de komende zes weken nog voor me in petto hebben!